de collectie Philip J, dat andere grijs & Salon Arntzenius - Editie #155
Maandelijkse nieuwsbrief over de schilders van de Haagse School.
Welkom bij de 155ste editie van de Haagse School Nieuwsbrief, met een focus op het andere grijs van de Haagse School.
Het gekleurde grijs van Gerard Bilders zal velen bekend zijn. Zijn zoektocht naar deze stemmige ‘niet-kleur’ zorgde er zelfs voor dat de Haagse School ook wel - behoorlijk onterecht trouwens - is getypeerd als een ‘Grijze School’. Over dat grijs gaat het hier niet.
Het gaat over het grijs, of misschien beter het zwart en het wit van de vele etsen die door de schilders van de Haagse School zijn vervaardigd. Juist in dit jaar is er veel aandacht voor het soms wat ondergeschoven medium. Terechte aandacht, want in de Haagse School kende de etskunst een zeer belangrijke positie, die zich ook uitdrukte in vele verenigingen waarbinnen de kunstenaars elkaar vonden in hun interesse en liefde voor grafiek.
De collectie Philip J.
Persoonlijk speelt het zwart en het wit van Mesdag, Israëls, Witsen, Gabriel, Weissenbruch, Breitner en de vele anderen een verscholen, maar daarom niet minder belangrijke rol in de ontwikkeling van mijn liefde voor de Haagse School.



Ik was een jaar of zeventien toen ik met mijn ouders op bezoek ging bij ‘oom Flip’. Een energieke, lange man, op dat moment ergens achterin de zeventig, waarvan ik wel wist dat hij kunst verzamelde, al had ik geen idee wat precies. Het waren in ieder geval geen schilderijen. En zeker geen Monet of andere impressionisten, met hun kleurrijke werken waar ik op dat moment fan van was. Ook niet de luchtige, landelijke taferelen van Ben Viegers die bij mijn oma boven de bank hingen. Oom Flip verzamelde grafisch werk met een focus op Nederlandse kunstenaars uit de negentiende eeuw.
Tijdens ons bezoek voelde zijn huis behoorlijk leeg. Lekker opgeruimd, zo je wilt. Sommige kamers gevuld met slechts enkele grote archiefkasten waar oom Flip steeds imposante grijs geschakeerde bladen papier uit tevoorschijn haalde. Stadsgezichten, figuren, landschappen, stillevens, Oosterse taferelen. Maakten ze indruk op mij als tiener met een voorliefde voor de Franse impressionisten? Oom Flip en zijn enthousiasme wel, de grijze taferelen minder.



Vele jaren later dacht ik weer eens aan die middag in het Gelderse Lent, in het huis van mijn oudoom Flip, die vol passie had verteld over ‘zijn’ kunst. De leegte was niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk voelbaar geweest; ik realiseerde mij toen pas dat zijn levenswerk enkele maanden eerder bij veilinghuis Bubb Kuyper onder de hamer was gegaan als ‘De collectie van Philip J [p. 216]’. Wat hij mij die middag had getoond waren de werken waar hij absoluut geen afstand van had kunnen doen.
Een belangrijke collectie Nederlandse grafische kunst uit de periode tussen 1850-1950. Dat bleek ook toen ik een jaar of drie geleden aanklopte bij het bewuste veilinghuis in Haarlem, met de vraag of er wellicht nog een catalogus van die veiling beschikbaar was. Met een eerbiedig, instemmend knikje ging men op zoek. Er was nog één exemplaar van deel I (van de in totaal vier delen) dat ik kon verkrijgen. Met dit, voor mij bijzondere tijdsdocument onder de arm, vertrok ik uit Haarlem. Mijn liefde voor de etskunst uit de negentiende eeuw had eindelijk serieus postgevat.
Aankomende veilingen
VENDU ROTTERDAM - Algemene veiling - 28 en 29 augustus - Catalogus is nog niet gepubliceerd. Meer informatie volgt hier.
VEILINGHUIS KORENDIJK - Kunst & antiek veiling - 26 augustus t/m 2 september - Catalogus is nog niet gepubliceerd. Meer informatie volgt hier.
Voorbeschouwing: ‘Zwart op wit - Prentkunst rond 1900’ - Dordrechts Museum
De 'vergeten' kunst van het etsen opnieuw op de kaart zetten. Dat is het belangrijkste uitgangspunt bij de oprichting van De Nederlandse Etsclub in 1885. Een groep jonge, ambitieuze en bevriende kunstenaars - twintigers nog – wisselt met elkaar van gedachten over kunst en de toekomst van de maatschappij. Thuis en in kroegen komen de leden, de zogenoemde ‘Tachtigers’ onder leiding van Jan Veth, Willem Witsen en Antoon Derkinderen regelmatig samen om te werken en om stevig te discussiëren. Er ontstaan vriendschappen, maar er is ook ruimte voor ongezouten kritiek op elkaars werk en vooral ook voor persoonlijke ontwikkeling.
Wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat ze niet alleen in de lijn van impressionisme willen weergeven wat ze zien, maar dat ze ook hun meer innerlijke thema’s aan het papier willen toevertrouwen. Politieke overtuigingen bijvoorbeeld, of religieuze gevoelens. Met de visualisatie daarvan doet het symbolisme zijn intrede in de prentkunst, waarbij ook de lithotechniek zijn opmars maakt.
Gedurende een periode van elf jaar, tussen 1885 en 1896, brengt de club tien portefeuilles uit met daarin etsen van prominente leden als Marius Bauer, Barbara van Houten, Eduard Karsen, Phillip Zilcken en Willem de Zwart. Daarnaast organiseert het bestuur tentoonstellingen in Amsterdam, Den Haag en New York, waar niet alleen werk van Nederlandse tijdgenoten te zien is, maar ook van internationale grootheden als Mary Cassatt, Félix Buhot, James McNeill Whistler en Odilon Redon, met wie de leden nauwe banden onderhouden.
In de tentoonstelling Zwart op wit - prentkunst rond 1900 kom je alles te weten over de techniek van het etsen en kun je van dichtbij kennismaken met het internationale netwerk van kunstenaars rond 1900. Vanaf 5 oktober in het Dordrechts Museum. Meer informatie hier.
Tentoonstelling: ‘Tekenen op metaal’ - Museum Rijswijk
In de collectie van Museum Rijswijk bevinden zich ruim 800 bladen grafiek; zo’n twee derde daarvan zijn etsen. De oudste dateren uit de 17de eeuw maar het zwaartepunt ligt in de periode 1880-1930. Dit zijn vooral topografische voorstellingen met gezichten in Rijswijk. De etsen uit de 17de en 18de eeuw zijn vaak een verslaglegging van een historische gebeurtenis of de vastlegging van een topografische situatie, bijvoorbeeld voor een publicatie. Rond 1900 treedt de persoonlijkheid van de kunstenaars meer op de voorgrond. Zij kiezen niet alleen hun eigen onderwerpen maar integreren Rijswijkse onderwerpen in een landschappelijker kader. Nog tot en met 17 november 2024. Meer informatie hier.
Tentoonstelling: ‘Salon Arntzenius’ - Museum Gouda
Topstukken uit de Goudse stadscollectie krijgen vanf deze zomer een stralende nieuwe plek in Museum Gouda. ‘Salon Arntzenius’ is een nieuwe zaal vol schilderijen van Nederlandse en Franse kunstenaars. Prachtige werken van de Haagse School en de School van Barbizon voeren de bezoekers mee naar broeierige dagen op het platteland. De zaal is ingericht als een 19de-eeuwse Parijse kunstsalon.
Paul Arntzenius
De meeste werken in de salon waren ooit van kunstenaar-verzamelaar Paul Arntzenius (1883-1965). Hij schonk zijn verzameling schilderijen en tekeningen in 1963 aan het Goudse stadsmuseum. De collectie vormt een doorsnede van de negentiende eeuw tot het begin van detwintigste eeuw. Van Charles-François Daubigny tot Isaac Israels. Arntzenius had een hekel aan de moderne kunst en wilde met zijn verzameling “een monument van goede kunst” oprichten. Dat leverde een uitzonderlijke selectie op met ondermeer - een willekeurige greep; Dijsselhof, Jacob Maris, Weissenbruch, Voerman, Tholen, De Zwart, Roelofs, Mesdag, Meiners, Gabriël en Rousseau.
Salon Arntzenius
De term ‘salon’ verwijst naar de tentoonstellingen in Parijs die van medio 17 de eeuw tot eind negentiende eeuw voor kunstenaars the place to be waren. Gevestigde kunstenaars bevestigden hun status, nieuwe kunstenaars braken door. De muren hingen van plint tot plafond vol met eigentijdse schilderijen. Gastconservator Janita Baron koos voor Museum Gouda een soortgelijke aanpak: “Ik ben gaan tetrissen: hoe kan ik op een sfeervolle manier zo veel mogelijk schilderijen laten zien?” Het resultaat is een rijkgevulde ruimte met in het midden een bank. De komende jaren zal Salon Arntzenius, die op zaterdag 20 juli werd geopend, blijvend te zien zijn in het museum. Een unieke mogelijkheid om je onder te dompelen in een weldadig bad van zowel Franse als Haagse school meesters. Meer informatie hier.
Tentoonstelling: ‘Nederland in 150 landschappen’ - Bergkerk - Deventer
Dromerige natuurlandschappen, mysterieuze stadsgezichten en idyllisch boerenland. Tot en met 8 september 2024 is de tentoonstelling 'Nederland in 150 landschappen' te zien in de Bergkerk in Deventer. Meer informatie hier.
Tentoonstelling: ‘Prix de Paul’ - Museum Paul Tetar van Elven - Delft
In 1887 maakte Paul Tétar van Elven (1823-1896) zijn testament. Hierin werd onder andere opgenomen dat er een Paul Tétar van Elvenfonds moest komen, dat om de vier jaar een wedstrijd voor jonge kunstschilders moet organiseren. Op de tentoonstelling Prix de Paul worden de winnende werken voor het eerst gezamenlijk getoond, dit in combinatie met historiestukken van Paul Tétar van Elven uit de periode 1845-1870. Nog te zien tot en met 3 november. Meer informatie hier.
Tentoonstelling: ‘Van Jan Toorop tot Kees van Dongen’ - Lalique Museum - Doesburg
De tentoonstelling Van Jan Toorop tot Kees van Dongen gaat onder andere over het werk van Jan Toorop en Kees van Dongen en vele collegaschilders. Zo komen hun tijdgenoten Georges Braque, Otto van Rees, Aristide Maillol, Pablo Picasso, André Derain, Henri Matisse en anderen aan bod.
Internationaal speelveld
Zowel Jan Toorop als Kees van Dongen waren belangrijke Nederlandse kunstenaars in een internationaal speelveld. Ze waren beiden hun tijd ook altijd ver vooruit of wellicht juist eigentijds. Ze lapten de academische regels van de schilderkunst aan hun laars en gingen hun eigen weg. Van Dongen gebruikte primaire kleuren en was niet bezig met de anatomische juistheid. Kenmerkend voor Van Dongen zijn de 'grote ogen'. Het werk van Jan Toorop is sterk beïnvloed door de ervaringen van zijn jeugd en de mystieke omgeving van het oerwoud op Java en Banka in Indonesië. Tevens is zijn in 1894 ontworpen affiche voor de Delftsche Slaolie synoniem geworden met de Nederlandse art nouveau of jugendstil waardoor deze stijl gaandeweg de enigszins spottende bijnaam slaoliestijl kreeg. Nog tot en met 22 juni 2025. Meer informatie hier.
Kijken: ‘Breitner’ - Nu te zien! - AVROTROS
Directeur van Teylers Museum Marc de Beyer gaat in Singer Laren op zoek naar de kracht van oerkunstenaar Breitner. Met zijn gedurfde kleurgebruik en expressieve lijnen lapte de schilder bestaande conventies aan zijn laars. Hij vertrouwde erop dat het oog van de kijker afmaakt wat zijn penseel is begonnen. Kijk hier.
@voermanmuseumhattem via Instagram
Het begon met een foto… Dat kun je gerust zeggen over dit ‘Gezicht op Hattem vanuit het atelier’ van Jan Voerman senior. Zoon Tijs Voerman maakte een foto vanuit het atelier van zijn vader en Voerman senior gebruikte deze om dit werk te schilderen. Zowel het schilderij, de foto als de camera zijn nu te zien in onze expositie ‘Voerman senior’.
Bekijk de volledige post op Instagram hier.
@deanderehelft via LinkedIn
📚 Nieuw Boek: 'Mathilde Cohen Tervaert-Israëls 1864-1945, Voor kunst en vrouwenrechten' door Chris van Weel 📚
We zijn verheugd de publicatie van een belangrijk werk aan te kondigen dat het levensverhaal van Mathilde Cohen Tervaert-Israëls onthult. Mathilde was een pionier in zowel de kunstwereld als de vrouwenrechtenbeweging, die vanaf 1900 onvermoeibaar streed voor de rechten van ongehuwde moeders en sekswerkers. Haar invloed reikte tot in de Nederlandse politiek, waar ze een cruciale rol speelde in de emancipatiebeweging.


Na het overlijden van haar broer Isaac Israels beheerde Mathilde het artistieke erfgoed van zowel Isaac als hun vader Jozef Israëls. Haar zorgvuldige beheer en genereuze schenkingen hebben vele meesterwerken behouden en verspreid over musea in heel Nederland, waaronder Kunstmuseum Den Haag, Rijksmuseum, Stedelijk Museum Amsterdam, Teylers Museum, Museum Boijmans Van Beuningen, Centraal Museum en het prentenkabinet van de Universiteit Leiden.
Dit boek biedt een diepgaande blik op Mathildes leven en werk en is een waardevolle aanvulling op het project De Andere Helft, dat de rol van vrouwen in de kunstgeschiedenis belicht en waardeert. Het benadrukt haar bijdragen aan zowel de kunstwereld als de strijd voor vrouwenrechten, en is een must-read voor iedereen die geïnteresseerd is in kunst, cultuur en feminisme.
Mathildes verhaal is een perfecte aanvulling op het project De Andere Helft, dat de rol van vrouwen in de kunstwereld belicht en waardeert. Ontdek hoe zij bijdroeg aan de verrijking van het Nederlandse kunstbezit en de strijd voor vrouwenrechten.
📖 Chris van Weel, Mathilde Cohen Tervaert-Israëls 1864-1945: Voor kunst en vrouwenrechten, Waanders Uitgevers, 2024
✏️ Isaac Israels, Portret van een onbekende vrouw (Blad 10 verso uit schetsboek LXVIII met 11 bladen), 1875-1934, Rijksmuseum, Schenking van Mathilde Cohen Tervaert-Israëls 1935
Lees de volledige post op LinkedIn hier.
Het aanbod / resultaat
Werken van Haagse School schilders zijn te koop voor iedereen: van €100.000.000,- tot €100,- Van veilinghuis tot Marktplaats. Elke editie treft u hier een werk dat te koop wordt aangeboden of recent is verkocht.
Deze houtskooltekening door de Rotterdamse schilder Johan van Mastebroek (1875 - 1945) toont het dramatische tafereel van een ondergelopen weiland in Balgoij. Op de voorgrond zie je een schuit vol mensen en vee, die zich een weg banen door het water. Deze houtskooltekening geeft een krachtig beeld van de reddingsoperatie tijdens de watersnoodramp van 1926. Houtskool op papierRechtsonder gesgineerd, geannotteerd en gedateerd: "Het redden van vee te Balgoij, Watersnood 1926". Prijs € 1500,- Meer informatie via Bob Scholte Fine Art hier.
*disclaimer - Bij twijfel wordt eventueel een kanttekening geplaatst aangaande de echtheid van getoonde werken, echter in geen geval wordt echtheid gegarandeerd, dwz ook niet wanneer er geen kanttekening geplaatst is.


Het boek De schilders van Amsterdam (WBOOKS, 2022) maakte ik samen met kunsthistoricus Werner van den Belt. Het gaat over de kunstenaars die verslag doen van de ontwikkeling van het Amsterdam van hun tijd. Vijf eeuwen schilderkunst in de hoofdstad. Van Rembrandt tot Breitner en van Monet tot Max Beckmann. Meer informatie en bestellen kan hier, via uitgeverij WBOOKS.