Haagse School: Brusselse bohémiens, een Veluws kunstmens & de laatste tsaar - Editie #9
Aankomende veilingen
VEILINGHUIS KORST VAN DER HOEFF DEN BOSCH - kunst- en antiekveiling met schilderijen op 9 februari. Een riviergezicht van Paul Bodifée, roeiboten van Jacques Zon, een naakt van Evert Pieters, een kerkinterieur van Jan Cossaar, Wijsmuller, Gorter, Van de Sande Backhuyzen, Thol, Schulman, Haverman, Hobbe Smith, Groenewegen, Gabriël, Joseph Neuhuys, Artz en Jan van der Linde. Check >>> HIER <<<
VEILINGHUIS PEERDEMAN UTRECHT - Kunst- en Antiekveiling op 11 februari. Met een huis aan het water en een 'oktoberzon' van Nicolaas Bastert, een 'expeditie aquarel' van Louis Apol, Jan van Vuuren, Willy Sluiter, Geo Poggenbeek, Willem Cornelis Rip, Schulman, Van der Weele en natuurlijk Constant Artz. Check >>> HIER <<<
VEILINGHUIS ONDER DE BOOMPJES LEIDEN - Februariveiling - op 13 februari schilderijen en tekeningen met ondermeer bomschuiten van Morgenstjerne Munthe, koeien van W.G.F. Jansen, bloesembomen van Nefkens en Artz, Willy Sluijter, Piet Meiners, Groenewegen en Frits Maris. Check >>> HIER <<<
Tentoonstelling - Xeno Münninghoff
Boekrecensie - Marius Bauer: 'Brieven en schetsen...
...van zijn reizen naar Moskou en Constantinopel gevolgd door enige polemieken tussen socialisten en estheten'. Dat is wel degelijk een flinke titel voor verzameling brieven, uitgegeven met het doel te informeren en te vermaken. Via de pen van schilder Marius Bauer beleven we de kroning de laatste Russische tsaar, Nicolaas II, in het sprookjesachtige Moskou van 1896 en krijgen we inzicht in het rijke leven van de Ottomanen in Constantinopel. De beschrijvende gave van Bauer is eminent. Hij verstaat de kunst om zijn rijk geschakeerde schetsen - met diep gevoelde verwondering - ook in woorden om te zetten.
Ter illustratie één zin:
Op die praal volgden te paard de adel van Rusland in goud geborduurde rokken en steken met witte veeren, en dan een drom van lakeien, die fonkelden van goud, en hof-loopers met bossen van witte en gele struisveeren op het hoofd, en negers in prachtige rose zijde costuums, en dan een open gouden galakoets, getrokken door zes bruine paarden, overdekt met een schitterend tuig, en de koppen gebogen onder de bouquetten van witte veeren, kamerjonkers in zwart en goud, op rijk getuigde paarden, en nog méer koetsen; de een na de ander trekt voorbij, er zitten ceremoniemeesters in met lange gouden staven, en vreemde prinsen; en vóor al die koetsen trappelen de prachtige opgetuigde dieren, de witte struisveeren wiegen op de koppen, het goud fonkelt tusschen de purperen hemels der koetsen, en 't lijkt een optocht uit een sprookje.
Meteen beginnen met lezen? U vindt het boek >>> HIER <<< ter download. Uitgegeven in 1964 bij de Wereld-Bibliotheek-Vereniging
Biografie: gebroeders Oyens
David (1842 - 1902) en Pieter (1842 - 1894) Oyens zijn de chroniquers van het atelier en het café van de bohémien schilder in de tweede helft van de negentiende eeuw. De dames, de drank en het rijke leven waaide door de ruimhartig openstaande deuren hun Hollandse ateliers in de Belgische hoofdstad binnen. Geboren Amsterdammers, maar een leven lang verklonken met Brussel. Halfweg Parijs. En toch geen halfzachte poging om groots en meeslepend te leven. Dat is niet verwonderlijk, want deze eeneiige tweeling kon altijd rekenen op steun (en geduldig model staan) van de ander.
De Tweelingschilders
In het Dordrechts Museum hangen ze - uiteraard - broederlijk naast elkaar. Twee schilderijen: één van David en één van Pieter Oyens, die je meteen doen vallen voor hun werk, of niet. Atelierstukken. Met ferme, royale toets en heel vaak verkapt portret van de ander. Dat is wat de broers hun hele leven hebben gedaan; in elkaars nabijheid verblijven. Op het doek en in vlees en bloed. Meer dan dertig jaar deelden ze een atelier in Brussel. Slechts hun beider huwelijken scheidden hen kortstondig, maar uiteindelijk bleek alleen een beroerte en de vroege dood van Pieter sterk genoeg om een serieuze wig tussen de broers te drijven. Al duurde die ook niet lang, want David voegde zich acht jaar na Pieters overlijden alweer bij zijn broer. Gezamenlijk liggen ze begraven in Brussel.
Belgische & Hollandse kliekjes
David en Pieter Oyens werden in 1842 geboren als twee zoons van de tien kinderen van de Amsterdamse bankier Hendrik Gerard Oijens. De beide jongens waren voorbestemd om het bankwezen in te gaan, maar het schildersbloed week niet voor de lokroep van stempels en biljetten. Uiteindelijk stemde vaderlief in met de opleiding van zijn beide zoons in Brussel, alwaar zij les kregen in het atelier van Jan Frans Portaels - samen met hun Belgische tijdgenoten Edouard Agneessens, Emile Verhaeren en Isidore Verheyden. Vanaf 1875 kwam - zij het gematigd - succes. Diverse werken van de broers vielen tijdens tentoonstellingen in de prijzen. Saskia de Bodt beschreef de situatie in de catalogus bij de tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum (2007) als volgt: 'Enerzijds maakten ze deel uit van de Belgische/Brusselse sterk op Frankrijk gerichte kunstwereld. Anderzijds zaten figuren als Willem Roelofs (die van 1847 tot 1887 in Brussel woonde), Jan de Haas, P.J.C. Gabriël en anderen in besturen van kunstenaarsverenigingen, organiseerden en balloteerden ze tentoonstellingen, lobbyden ze dat het een lust was. Hun stijl en visie is eigenlijk Oudhollands te noemen. In de loop der jaren gingen de Belgische critici daar steeds meer op wijzen. De moderne begrippen, de toverwoorden verité en sincérité werden in hun artikelen meer en meer gerelateerd aan het weidse begrip ‘Hollands’. Een mooie illustratie hiervan is de bijnaam die Pieter in 1880 in het Journal des Beaux-Arts et de la Littérature kreeg, namelijk ‘le Frans Hals de la modernité’.

David en Pieter. Ze hebben altijd ongestoord kunnen schilderen. Begiftigd met talent wisten zij het redelijk te rooien, al was dat wel steeds gesteund door de wetenschap van een kapitaalkrachtig vangnet. Zo hoefde David, ook op hogere leeftijd en toen het schildersvuur na het overlijden van zijn broer langzaam doofde, nooit een stap terug te doen. De gebroeders Oyens woonden op stand. Meestal ergens in Brussel, met periodieke uitstapjes naar Amsterdam, Arnhem (David) en Parijs (Pieter). Werk van deze Brusselse Bohémiens is te vinden in ondermeer het Dordrechts Museum, het Haags Gemeentemuseum en het Rijksmuseum.
Special Offer!
Werken van Haagse School schilders zijn te koop voor iedereen: van €100.000.000,- tot €100,- Van veilinghuis tot marktplaats. Elke editie treft u hier een 'Special Offer'

Heeft u tips of reacties? U wilt sponsor worden, of bijdragen aan de volgende edities? Dan kunt u reageren op deze mail. Weest welkom!
Enthousiast? Stuur deze nieuwsbrief door aan vrienden en collegae.