Welkom bij de 118de editie van de tweewekelijkse Haagse School nieuwsbrief. Na een onstuimige periode met zon, regen, wind en zelfs sneeuw, zijn de bollenvelden nu echt klaar voor de lente. Naast de narcissen en hyacinten bloeien inmiddels ook steeds meer tulpen. Anders dan veel Amerikaanse en Duitse schilders, lieten de Nederlanders de bollenvelden meestal links liggen. De Haagse School concentreerde zich liever op de zee en de duinen. Met Antonie Lodewijk Koster (1859 - 1937) hebben we toch een bollenschilder pur sang die zich kan meten met buitenlanders zoals de Fransman Claude Monet en de Amerikaan George Hitchcock die de jaarlijkse kleurenpracht van de Duin- en Bollenstreek vastlegden op het doek. Koster, een geboren Zeeuw, kreeg van collega's zelfs - toen nog een beetje denigrerend - de bijnaam 'Anton Tulp'. Inmiddels is zijn werk zeer geliefd. Ook het handjevol andere Nederlandse schilders (onder andere Wilhelm Bleckmann, Johan Antoni de Jonge, Ferdinand Hart Nibbrig en Willem Wassenaar) dat al eind negentiende, begin twintigste eeuw de bollenvelden vereeuwigde staat steeds vaker in de aandacht.