Welkom bij de 110de editie van de tweewekelijkse Haagse School nieuwsbrief. Zo schrijf je over en ga je in gedachten al naar tentoonstellingen in de periode rondom de feestdagen, zo zit je weer in een lockdown. En zo wordt 'digitaal' - naast het aloude boek - weer het belangrijkste medium om kunst te bekijken. Vorig jaar analyseerde ik voor de laatste nieuwsbrief van 2020 wie wereldwijd de populairste Nederlandse schilder - geboren tussen 1817 en 1875 - was, op basis van de zoekresultaten in Google. Van Gogh won. Met gemak. Wereldwijd zochten gemiddeld 1 miljoen mensen per maand naar zijn naam in de zoekmachine. 165.000 mensen zochten maandelijks naar Mondriaan. Pas op enorme afstand gevolgd door Alma Tadema (8100 zoekopdrachten), Toorop (5400) en Isaac Israels (4400). Dit jaar heb ik bekeken welke kunstenaar uit dezelfde periode specifiek in Nederland het meest gezocht is in 2021 én (als extraatje) naar welke schilder de meeste straten vernoemd zijn. Vincent van Gogh gaat nog steeds aan kop in de rankings, maar de verschillen zijn beduidend minder groot. Jozef Israëls maakt een opvallende opmars. Digitaal kunst kijkend op weg naar het nieuwe jaar. Morgen is de kortste dag, daarna wordt het alweer langer licht. Co Breman kan erover meepraten; hij schilderde het licht zoals geen Nederlander voor hem. Dat hij in de zoekresultaten (gemiddeld 140 per maand in het afgelopen jaar) niet vooraan meedoet en maar één straat op zijn naam heeft, doet daar niets aan af.