Welkom bij de 121ste editie van de tweewekelijkse Haagse School nieuwsbrief. Van Rembrandt tot Mesdag. Veel meesters van hun tijd hadden ook de handel in hun schilderijen goed geregeld. Het beeld van de romantische, lijdende kunstenaar, wars van alle commercie, is onlosmakelijk verbonden met Vincent van Gogh (1853 - 1890). Het 'bouwen' aan deze mythe begon bij de schilder zelf, die met de brieven aan zijn broer een uniek inzicht geeft in de psyche van de zwoegende, zoekende artiest. Ondanks het feit dat hij bij leven weinig wist te verhandelen, was juist het leven van Vincent van Gogh heel innig met de kunsthandel verbonden. Van 30 juli 1869 tot 10 mei 1873 werkte Vincent - nog lang voordat hij zelf ambities had om kunstenaar te worden - bijna vier jaar als jongste bediende bij een filiaal van de Franse kunsthandel Goupil & Cie in Den Haag. Een baantje dat hij via zijn oom, de kunsthandelaar C.M. 'Cor' van Gogh had weten te bemachtigen. En daarna was er zijn welbekende relatie met broer Theo, kunsthandelaar in Parijs. En die wereldfaam? Die is ontstaan uit de noeste arbeid van Jo Bongers, weduwe van Theo van Gogh, die met de erfenis van haar man (een grote collectie schilderijen van haar schoonbroer) de boer op ging. Bas Soetenhorst beschrijft in Het Parool (21 mei 2022) de huidige 'stammenstrijd' in het Van Gogh museum aan de hand van twee kampen: de 'artistieken' en de 'commerciëlen'. In deze nieuwsbrief meer berichten over de kunstenaar die zichzelf steeds opnieuw bleef uitvinden en die in de huidige tijd ook steeds weer opnieuw uitgevonden lijkt te worden. Als product én als artiste.
Share this post
Haagse School: kunst versus commercie, de…
Share this post
Welkom bij de 121ste editie van de tweewekelijkse Haagse School nieuwsbrief. Van Rembrandt tot Mesdag. Veel meesters van hun tijd hadden ook de handel in hun schilderijen goed geregeld. Het beeld van de romantische, lijdende kunstenaar, wars van alle commercie, is onlosmakelijk verbonden met Vincent van Gogh (1853 - 1890). Het 'bouwen' aan deze mythe begon bij de schilder zelf, die met de brieven aan zijn broer een uniek inzicht geeft in de psyche van de zwoegende, zoekende artiest. Ondanks het feit dat hij bij leven weinig wist te verhandelen, was juist het leven van Vincent van Gogh heel innig met de kunsthandel verbonden. Van 30 juli 1869 tot 10 mei 1873 werkte Vincent - nog lang voordat hij zelf ambities had om kunstenaar te worden - bijna vier jaar als jongste bediende bij een filiaal van de Franse kunsthandel Goupil & Cie in Den Haag. Een baantje dat hij via zijn oom, de kunsthandelaar C.M. 'Cor' van Gogh had weten te bemachtigen. En daarna was er zijn welbekende relatie met broer Theo, kunsthandelaar in Parijs. En die wereldfaam? Die is ontstaan uit de noeste arbeid van Jo Bongers, weduwe van Theo van Gogh, die met de erfenis van haar man (een grote collectie schilderijen van haar schoonbroer) de boer op ging. Bas Soetenhorst beschrijft in Het Parool (21 mei 2022) de huidige 'stammenstrijd' in het Van Gogh museum aan de hand van twee kampen: de 'artistieken' en de 'commerciëlen'. In deze nieuwsbrief meer berichten over de kunstenaar die zichzelf steeds opnieuw bleef uitvinden en die in de huidige tijd ook steeds weer opnieuw uitgevonden lijkt te worden. Als product én als artiste.