Welkom bij de 108de editie van de tweewekelijkse Haagse School nieuwsbrief. Vaak heeft een kunstveiling waarin een kunstwerk van Vincent van Gogh (1853 - 1890) onder de hamer komt wel iets van een transfer in de voetbalwereld. Ingebed in de verhaallijnen van een historische roman. Met de onwaarschijnlijke plotwendingen van een moderne thriller. Afgelopen 12 november werd Van Gogh's aquarel Meules de blé bij Christie's geveild voor 31 miljoen euro. Van Gogh maakte het werk in het Zuid-Franse Arles, zijn toenmalige woonplaats. In 1905 was het voor het eerst én voor het laatst op een tentoonstelling te zien onder de titel 'Hooischelven'. In 1913 verwierf de Duits-Joodse industrieel Max Meirowsky de aquarel om haar in 1938 - op de vlucht voor de nazi's - bij een bevriende kunsthandelaar in bewaring te geven. Vervolgens kwam het kunstwerk in bezit van Alexandrine de Rothschild, lid van de bekende bankiersfamilie. De nazi’s namen het alsnog in beslag en toen was het decennialang spoorloos. In 1978 doken de hooischelven ineens op en werden ze gekocht door de Amerikaanse oliemagnaat Edwin L. Cox. Hij overleed vorig jaar en zijn erven zijn met de nazaten van Meirowsky en Rothschild tot een overeenkomst gekomen: ieder krijgt een gelijkwaardig deel van de opbrengst. Wat na de veiling neerkomt op ruim tien miljoen euro per aandeel.