Welkom bij de 113de editie van de tweewekelijkse Haagse School nieuwsbrief. Weinig winterlandschappen in 'real life' deze maanden. Wel door storm gegeselde polders, maar geen landschappen of stadsgezichten met een laag sneeuw. Ook tijdens de veilingen lijken ze minder vaak voorbij te komen dan gebruikelijk in het seizoen. Of is dat toeval? De kraag hoog opgezet, gure wind over de witte velden. Gebogen gestaltes zoevend tussen de rietkragen langs bevroren sloten en vaarten. Een Hollands winterlandschap met schaatsers. In de verte een kerktoren, de wieken van een molen. Of dat nu werd weergegeven door Hendrick Avercamp (1585 - 1634), Andreas Schelfhout (1787 - 1870) of een schilder van de Haagse School. Sommige taferelen zijn zo karakteristiek dat ze niet in een school te 'vangen' zijn. Bijvoorbeeld dit 'Wintergezicht', gemaakt door een jonge Matthijs Maris (1839 - 1917) naar een schilderij van Barend Cornelis Koekkoek (1803 - 1864). Dat had net zo goed tweehonderd jaar eerder geschilderd kunnen zijn. Het eeuwige tafereel van de Nederlandse ijspret, wellicht toch minder tijdloos dan gedacht en gehoopt?
Share this post
Haagse School: tijdloze winters, vrouwen in…
Share this post
Welkom bij de 113de editie van de tweewekelijkse Haagse School nieuwsbrief. Weinig winterlandschappen in 'real life' deze maanden. Wel door storm gegeselde polders, maar geen landschappen of stadsgezichten met een laag sneeuw. Ook tijdens de veilingen lijken ze minder vaak voorbij te komen dan gebruikelijk in het seizoen. Of is dat toeval? De kraag hoog opgezet, gure wind over de witte velden. Gebogen gestaltes zoevend tussen de rietkragen langs bevroren sloten en vaarten. Een Hollands winterlandschap met schaatsers. In de verte een kerktoren, de wieken van een molen. Of dat nu werd weergegeven door Hendrick Avercamp (1585 - 1634), Andreas Schelfhout (1787 - 1870) of een schilder van de Haagse School. Sommige taferelen zijn zo karakteristiek dat ze niet in een school te 'vangen' zijn. Bijvoorbeeld dit 'Wintergezicht', gemaakt door een jonge Matthijs Maris (1839 - 1917) naar een schilderij van Barend Cornelis Koekkoek (1803 - 1864). Dat had net zo goed tweehonderd jaar eerder geschilderd kunnen zijn. Het eeuwige tafereel van de Nederlandse ijspret, wellicht toch minder tijdloos dan gedacht en gehoopt?